5 Sterne bedeuten bei mir, dass jede*r dieses Buch lesen sollte. Aber wenn ich die 5 Sterne nur ein einziges Mal vergeben dürfte, dann wäre das hier vermutlich das Buch, dem sie gehören würden. Hammer.
[Wobei ich beim Lesen leider das Gefühl nicht losgeworden bin, dass die Übersetzung eher mittelmäßig ist. Da das Original auf Niederländisch ist, kann ich das allerdings nicht überprüfen...]
Review of 'De Meeste Mensen Deugen' on 'Goodreads'
2 stars
Ik geef niet heel snel negatieve oordelen over boeken. In de regel betekent een lage waardering vooral dat je een ander boek had moeten kiezen. Bij DMMD ligt dat denk ik anders: Bregman zet hier een mensbeeld uiteen waar ik volledig achtersta. Hij verbindt daar politieke consequenties aan die grofweg lijken op de mijne. Zijn onderbouwing is gestoeld op de inzichten uit sociale psychologie, antropologie en archeologie die ik ook zou gebruiken.
Dit had een kat in het bakkie moeten zijn. Vijf sterren omdat het niet mogelijk was om meer te geven. Maar dat was niet zo.
Vanaf het begin van het vak boek schermt Bregman met zaken die net niet kloppen. Aanvankelijk schatte ik het in als niets ergers dan zwakke retoriek: het is weliswaar niet écht zo dat het westers denken volledig gegrond is in een cynisch, negatief mensbeeld, maar die stelling kan een prima polemisch vertrekpunt voor …
Ik geef niet heel snel negatieve oordelen over boeken. In de regel betekent een lage waardering vooral dat je een ander boek had moeten kiezen. Bij DMMD ligt dat denk ik anders: Bregman zet hier een mensbeeld uiteen waar ik volledig achtersta. Hij verbindt daar politieke consequenties aan die grofweg lijken op de mijne. Zijn onderbouwing is gestoeld op de inzichten uit sociale psychologie, antropologie en archeologie die ik ook zou gebruiken.
Dit had een kat in het bakkie moeten zijn. Vijf sterren omdat het niet mogelijk was om meer te geven. Maar dat was niet zo.
Vanaf het begin van het vak boek schermt Bregman met zaken die net niet kloppen. Aanvankelijk schatte ik het in als niets ergers dan zwakke retoriek: het is weliswaar niet écht zo dat het westers denken volledig gegrond is in een cynisch, negatief mensbeeld, maar die stelling kan een prima polemisch vertrekpunt voor een stevig betoog zijn. Dat daar slachtoffers bij vallen (de homo economicus wordt in zijn korte samenvatting wel erg laat in twijfel getrokken, ondanks de NOBELPRIJS die daarvoor is uitgereikt aan gedragseconomen) is slordig, maar soort van acceptabel.
Echter, dat betoog is ook niet zo stevig. Er is nauwelijks een pagina waarop ik me niet afvroeg of Bregman ooit verder dan het persbericht van zijn geciteerde studies is gekomen. Waarom neemt hij de relatieve prestaties van chimpanzees op een werkgeheugentaak meteen voor lief, zonder aandacht te geven aan de extreme trainingsverschillen tussen mensen en dieren? Waarom bespreekt hij de cognitieve vermogens van peuters niet in de context van maturatie, maar als absolute waarde die je naast andere dieren kan leggen? En waarom plaatst hij zijn zinnetjes over de keerzijde van oxytocine niet in het nogal belangrijke theoretische kader van dreiging en in-group versus out-group? Dit gaat zo verder: Bregman neemt de lezer via stellige uitspraken mee langs uiteenlopende disciplines om in verschillende domeinen de klok te horen luiden.
Met de voorbeelden die ik gaf wil ik geen spijkers op laag water zoeken. Het gaat niet om details die ik vanuit een of andere vakidiotie belangrijk vind, maar die niet boeiend zijn voor het grote verhaal (al zijn die er ook, met z'n 'gelukshormoon' en 'knuffelhormoon'). De gebrekkigheden of slordigheden hebben echt invloed op de waarde van Bregmans conclusies. Door de lezer geen deelgenoot te maken van de manier waarop inzichten tot stand zijn gekomen of van de nuances die aangebracht kunnen worden, wordt hij feitelijk uitgesloten van actief meedenken. Dat gebeurt trouwens niet alleen door slordige besprekingen van geciteerde studies: er worden ook hele lijnen van onderzoek, zoals die naar geweld tussen H. sapiens en Neanderthalers, weggezet met een kort 'geen greintje bewijs voor'.
Ik vind dat de lezer van een non-fictieboek meer verdient dan dat. Sterker nog, het idee dat de mens van nature een prosociaal wezen is dat geneigd is tot samenwerking en spel verdient meer dan dat. Want de bewijslast is er al tijden -- hoezeer Bregman zich in dit boek ook probeert te branden als een revolutionaire denker -- en de nuances van de sociale psychologie schetsen een beeld waarin dat goede precair is en (via mechanismes als bovengenoemde bedreiging van de in-group) kan omslaan in agressie en onderwerping. Er valt een rijk verhaal te vertellen over de omstandigheden waarin we met elkaar samenwerken en de omstandigheden waarin we elkaar tegenwerken. Dat is minder sexy en overkomelijk dan de media de schuld geven op basis van een studie uit Girl Scout Magazine of iets dergelijks, maar biedt uiteindelijk wel een deugdelijker inzicht in die paradoxale, meervoudige menselijke aard.
Wel een extra ster voor het noemen van de vossenstudie - zie voor een excellente bespreking daarvan [b:How to Tame a Fox (and Build a Dog): Visionary Scientists and a Siberian Tale of Jump-Started Evolution|31374512|How to Tame a Fox (and Build a Dog) Visionary Scientists and a Siberian Tale of Jump-Started Evolution|Lee Alan Dugatkin|https://i.gr-assets.com/images/S/compressed.photo.goodreads.com/books/1475990246l/31374512.SY75.jpg|52063785].